Stormmeeuw

Larus canus
Meeuwen (Laridae)

CC-BY 2.0 rechten : Maarten van Kleinwee

Kleine grijze meeuw, met witte kop en borst en donkere ogen. De vleugel is grijs met aan de tip een zwarte punt, staart is wit met zwarte achterrand. 
In de zomer een groengele snavel en rozige poten. In de winter grijsbruine vlekken op de kop, snavel krijgt soms een donkere punt of ring, en de poten grijzer.
Jongvolwassen dieren zijn bruin gevlekt en hebben een grijsroze snavel met zwarte punt. Ze doen er 2 jaar over om het volwassen kleed te krijgen.

In grote groepen te zien op akkers en stranden, het hele jaar door te vinden op de wadden eilanden. Broeden in kolonies. 

⇔ l. 40-46 cm

Broeden voornamelijk in het noorden van Europa, de rest van de kust wordt alleen in de winter bezocht. 

LA:
≈ De LARUS ARGENTATUS (Zilvermeeuw) is veel groter en heeft gele ogen, roze poten en een rode snavelvlek.
≈ In de winter heeft de CHROICOCEPHALUS RIDIBUNDUS (Kokmeeuw) ook een witte kop maar met vlekjes achter de ogen.

Waar?

Familie(7)

WWW info

Vergelijk

Verder zoeken

Grootte

Vorm

Kleur

Poten

Snavel

Hals

Staart